Vrouwkje Tuinman krijgt Grote Poëzieprijs, Herman de Coninckprijs is voor Eva Gerlach
De Grote Poëzieprijs gaat naar Lijfrente van Vrouwkje Tuinman, een bundel die ‘niet makkelijk wel toegankelijk is’, en Eva Gerlach krijgt de Herman de Coninckprijs voor Oog, ‘een diepgaande poëtische reflectie’.
Voor de jury van de Grote Poëzieprijs (goed voor €25.000) was het snel duidelijk: “Al tijdens de jurybijeenkomst in januari bleek dat we de bundel die we uiteindelijk tot winnaar zouden uitroepen, allemaal in één ruk uitlazen”, schrijft ze over Lijfrente van Vrouwkje Tuinman (1974). Die bundel haalde het van 118 andere inzendingen, waaronder deze vier op de shortlist: Ellen Deckwitz (Hogere natuurkunde), Asha Karami (Godface), Peter Verhelst (Zon) en marwin vos (het leven van sterren)
De winnende gedichten van Tuinman zijn “openhartig, soms licht absurdistisch. Niets meligs of pastelkleurigs. Niet makkelijk, wel toegankelijk. Nuchter, maar nergens onpersoonlijk of kil.”
Geen schoonschrijverij, klinkt het nog, en “juist dat levert de mooiste zinnen op”. De jury (Noraly Beyer, Anna de Bruyckere, Babs Gons en Kila van der Starre) putte, ondanks de aanwezige pijn, troost uit de bundel en haalt er zelfs de term ‘gebruikspoëzie’ voor uit de kast. Met een citaat van Herman de Coninck geven ze aan dat gebruikswaarde voor gedichten volgens hen allerminst verdacht hoeft te zijn:
zo dun als sneeuw gaat liggen
en het helpt niet:
zo helpt poëzie
De dichter van bovenstaande verzen geeft al jaren zijn naam aan een prijs, en die gaat dit jaar naar Eva Gerlach, die €7.500 ontvangt. Haar bundel Oog “imponeert door de denkkracht en de beheersing van het ambacht van de dichter”, zegt de jury van de Herman de Coninckprijs (Anne ter Beek, Kristien Bonneure, Elke Brems, Gudrun De Geyter, Marije Koens).
Nog volgens de jury is Oog “een strak gecomponeerde bundel (…). Als we het bewijs niet voor ons hadden liggen, hadden we nooit kunnen vermoeden dat iemand dit met poëzie kon doen: met deze bekroning willen we onze diepe bewondering voor dit dichterschap tot uitdrukking brengen.”
De bundel brengt de lezer naar “het oog van de storm. Onderweg worden we stevig dooreengeschud, niet in het minst door de vragen die Gerlach zich en ons stelt (…): vragen: wie ben ik, wie ben jij, en waarnaar kunnen we op zoek. Antwoorden krijgen we niet, maar in de poëtische maalstroom van versnellingen en rustpunten, van lichtere verzen en meer donkere gedichten krijgen we wel suggesties aangereikt.”
De jury wens iedereen deze bundel toe: “laat je verontrusten, optillen, en neerzetten in het oog van deze schitterende storm.”
Voor de Herman de Coninckprijs werden 97 bundels ingezonden, waarvan deze vijf, naast Gerlach, de shortlist haalden: Dominique de Groen (Sticky Drama), Ellen Deckwitz (Hogere natuurkunde), Asha Karami (Godface), Marieke Lucas Rijneveld (Fantoommerrie), marwin vos (het leven van sterren).
Lees meer over Eva Gerlach in ons archief.
Vorig jaar ging zowel de Herman de Coninckprijs als de Grote Poëzieprijs naar Radna Fabias voor haar debuutbundel Habitus.